Lintopdrachten overslaan
Verdergaan naar hoofdinhoud
  
  
InvalshoekOmschrijving
InvalshoekSteekwoorden
1
1


Niet of nauwelijks inspelen op veranderende omstandigheden. (1)



Vaste routines, er doen zich geen (noemenswaardige) veranderingen voor tijdens de uitvoering van het werk.
2
2


Inspelen op wisselende omstandigheden. (2)



Afwisseling bij het uitvoeren van de werkzaamheden door veranderende omstandigheden of indien sprake is van verschillende leerlingen/medewerkers/ouders met verschillende wensen waarop moet worden ingespeeld. Er is sprake van flexibiliteit in de functie. Omschakelen tussen leerlingen/medewerkers/ouders waarbij het uitvoeren van het werk aangepast moet worden aan de wensen/vragen van de leerlingen/medewerkers/ouders. Of het gaat om het afwisselen van verschillende werkzaamheden.
3
3


Inspelen op onverwachte omstandigheden (meervoudige leer-, gedrags- en ontwikkelingsproblemen) of verschuivingen in het (onderwijs)beleid. (3)



Afwisseling van situaties door onverwachte gebeurtenissen. Flexibiliteit gericht op het inspelen op die onverwachte gebeurtenissen is vereist. Daarnaast scoren verschuivingen in het (onderwijs)beleid een 3: het betreft dan wijzigingen in het beleid waarbij de beleidsuitgangspunten nog niet duidelijk zijn omlijnd.
4
4


Inspelen op verschuivingen in beleids- en/of onderwijsdoelstellingen of van uitkomsten van onderhandelingsprocessen. (4)



Rekening moet worden gehouden met veranderende beleidsdoelstellingen als gevolg van maatschappelijke opvattingen, politieke wijzigingen of uitkomsten van onderhandelingsprocessen. Over het algemeen betreft het beleidscoördinerende of onderwijsontwikkelende werkzaamheden op 'integrale' beleids- of onderwijsterreinen. Onder integraal onderwijsterrein wordt hier verstaan een onderwijskundige sector zoals het VMBO, de HAVO, het VWO.
5
5


Inspelen op maatschappelijke en/of politiek-bestuurlijke ontwikkelingen met betrekking tot het onderwijs op regionaal en landelijk niveau. (5)



Er is sprake van maatschappelijke en/of politiek-bestuurlijke ontwikkelingen, waardoor op de beleidsdoelstellingen op het managementniveau direct invloed moet worden uitgeoefend. In het voortgezet onderwijs kan deze score van toepassing zijn op een functie van directeur van een scholengemeenschap met gemandateerde eindverantwoordelijkheid en bevoegdheid om de instelling te vertegenwoordigen, waarbij ingespeeld moet worden op bestuurlijke en onderwijskundige ontwikkelingen met regionale en/of landelijke reikwijdte.